http://www.iea.org/gtf/index.asp#: kaart van gaslijnen in Europa.
Tuesday, February 2, 2010
Nederlandse energieportalen en gaskaart
http://www.energieplatform.nl/ met een artikel over energie-opslag, een vergeten aspect van duurzame stroom.
Monday, January 11, 2010
De winter, Ormen Lange en Langeled
Met de Europese winterkou haalt de gasconsumptie recordhoogten. Dergelijke piekconsumptie heeft gevolgen voor de beschikbaarheid en distributie. Zo lazen we deze week in De Morgen dat er minder gas uit Noorwegen naar België raakt. Door het slechte weer moest uitbater Royal Shell de productie in het recente, grote gasveld Ormen Lange stilleggen. Die productie loopt door de Langeled pijplijn naar het Engelse Easington. Wat uiteindelijk Easington bereikt, is goed voor 20% van het gaspiekverbruik in Engeland. Niet alle gas loopt echter naar daar. Onderweg is er een "hub", de Sleipner-riser, die de pijplijn verbindt met de rest van het gasnet, Gassled. Nu is Shell maar één van de operatoren van dit gasveld, goed voor zo'n 17%. De belangrijkste operatoren zijn Petoro en StatoilHydro, twee Noorse energieproducenten. Een interessante rekenoefening is dus: totale productie van het gasveld, daarvan het percentage dat door Langeled gaat, dat afzetten tov het piekverbruik in Engeland en daaruit afleiden hoeveel gas er in de rest van het net wordt gepompt. Ofwel die info gewoon ergens opduikelen ...
Datzelfde artikel laat Distrigas verklaren: "Sinds een tweetal dagen ontvangt Distrigas minder gas vanuit Noorwegen. Problemen geeft dat niet. "We doen dan beroep op andere bronnen, zoals meer LNG. Dat maakt deel uit van het normale beheer van onze portfolio. Daar dient de diversificatie van onze gasbevoorrading toe"
Tot vandaag besefte ik niet dat het LNG dat al enkele keren opdook in geraadpleegde bronnen, "liquified natural gas" - ik kende de afkorting - natuurlijk gewoon per schip wordt getransporteerd. Ook niet alle pijpleidingen transporteren aardgas in gasvormige staat, sommige doen dat in vloeibare staat. Er is met andere woorden een netwerk van natuurlijk gas en een van vloeibaar gas. De Langeled vervoert natuurlijk gas.
In Zeebrugge is een (methaan-)terminal waar dergelijk vloeibaar aardgas weer gasvormig wordt gemaakt. Die wordt uitgebaat door Fluxys. Vandaar neemt Distrigas de gasdistributie over. Beide bedrijven hoorden vroeger samen, voor de liberalizering van de energiemarkt, waarbij distributie, productie en levering volgens Europese regelgeving werden gescheiden.
Nuon (3) - de dienstverlening
Een rapport over een elektriciteitsleverancier is niet compleet zonder inzage in de dienstverlening. Nu sta ik om twee redenen wat weifelend tegenover deze blogpost. Ten eerste vergt een onderzoek naar de dienstverlening een uitgebreid sample, wat niet in mijn mogelijkheden ligt, en ten tweede valt het buiten de scope van "het energie-rapport".
Op internetfora krijg je niet het juiste beeld over de dienstverlening, want meestal voelt alleen wie zich bedot voelt, zich geroepen er te reageren. Als bloemlezing van voorvallen kan het wel tellen.
Die laatste peiling bij het Nieuwsblad kreeg slechts 32 reacties en daar waren nog redelijk wat positieve bij.
Gelukkig is er een online rapport beschikbaar van Test-Aankoop. Daarin lezen we:
"Wat [ de kwaliteit van de dienstverlening van] elektriciteit betreft, scoren Lampiris en Nuon het best"
"Voor elektriciteit krijgt het tariefbeleid van Lampiris nog de beste punten, gevolgd door Nuon."
"Wat elektriciteit betreft, tonen de klanten van Nuon zich het trouwst"
Zelf heb ik geen klachten over het afsluiten van het contract, de informatie op de facturen, de tijdige aflevering van voorschotfacturen, of de recente verhuis. We zullen zien hoe het vordert als ik de overstap maak naar een andere leverancier. De lezing van voorgaande forums heeft me wel geleerd dat ik tijdig, met een aangetekend schrijven, het contract moet stopzetten.
Veranderen is overigens de boodschap, volgens Test-Aankoop, die hun artikel afsluiten met hun eigen rekenmodule, die mij leert dat ik met mijn Flex-contract momenteel aan de matige tot dure kant zit, met een extra jaarprijs van 80 euro ten opzichte van Belpower. Wat ik niet begrijp is hoe die module de Nuon Nature formule goedkoper maakt dan de Flex formule.
Labels:
België,
Dienstverlening,
Elektriciteit,
Nuon
Sunday, January 10, 2010
Electrawinds
En op de zevende dag linkte de blogger naar het dossier van de week in De Standaard, over de windenergieproducent Electrawinds. De link zit in de abonnesectie en is misschien niet permanent:
Meer artikels in DS over Electrawinds:
De website van electrawinds:
Een artikel in Trends met een voorzet naar vragen over de aanwending van de opeenvolgende kapitaalsinvesteringen:
Genoeg stof om binnenkort een artikel te plegen over producenten die geen leverancier zijn.
Labels:
België,
Electrawinds,
Elektriciteit,
Energie,
Wind
Friday, January 8, 2010
Nuon (2) - herkomst
Herkomst van de elektriciteit
Op de factuur van mijn Nuon Flex-contract staat de herkomst van de elektriciteit vermeld (voor 2008), voor dit contract:
60% "hernieuwbare energiebronnen"
4,32% warmtekrachtkoppeling
29,88% fossiele brandstoffen
3,15% nucleair
2,66% onbekend
De factuur vermeldt ook de herkomstverdeling van Nuon haar totale levering:
58,03% "hernieuwbare energiebronnen"
4,01% warmtekrachtkoppeling
31,78% fossiele brandstoffen
3,35% nucleair
2,82% onbekend
Er is geen noemenswaardig verschil tussen de twee. Dat betekent dat iedereen Comfort-contracten heeft afgesloten, of dat de Budget-contracten worden gecompenseerd door Nature-contracten. Als ik even vooruitloop op mijn analyse van groene stroomproducenten, moet je goed gek zijn om een Nature-contract bij Nuon aan te gaan. Het is twee maal zo duur als een Budget-contract, terwijl Ecopower e.a. daarmee concurrentieel zijn.
Kijken we verder naar de herkomst, door andere bronnen te raadplegen.
Daartegenover staat het Greenpeace-rapport over Nuon, voor België in 2007. Dat stelt:
"De brandstofmix die NUON in België levert komt bijna voor 90 % uit grote waterkrachtcentrales, waarvoor zij een neutrale score krijgen. De resterende 10 % komt uit onshore windenergie, kleine waterkracht en biomassa."
Greenpeace quoteert bedrijven echter niet alleen op wat ze leveren in België, maar ook op hun eigen productie. Daarover zegt het: NUON bezat in 2001 nog geen eigen productiecapaciteit, maar heeft sindsdien aanzienlijk geinvesteerd en bezit vandaag 4100 MW aan productiecapaciteit. De productiemix bestaat voor 60 % uit gas, 36,5 % uit steenkool, en slechts 3,5 % hernieuwbare energie (hoofdzakelijk wind).
Omdat ik niet graag terugval op Greenpeace als bron, zocht ik ook bij de Vlaamse regulator, de VREG naar de stroomcertificaten. Ik vond er geen. Nuon zelf publiceerde een jaarverslag 2006 met uitgebreid overzicht van hun stroomopwekking en ook in de jaarcijfers van 2007 staat de herkomst summier vermeld. Ik mag die laatste enkel overnemen mits uitdrukkelijke toestemming, maar met te zeggen dat 16700 GWh "grijze" stroom was en 667 GWh "duurzame" pleeg ik toch geen erg groot plagiaat en bovendien is die etikettering weinig informatief. Dat cijfer stemt overeen met dat van Greenpeace (700/17400 ~ 3,5%).
Kolen | Gas | Kern | Overig | Wind | Zon | Water | Bio |
---|
23% | 41,5% | 9% | 4,4% | 3,2% | 0% | 17,5% | 1.1% |
Kolen | Gas | Kern | Overig | Wind | Zon | Water | Bio |
---|
24% | 52% | 6.5% | 5% | 6% | - | 6% | 0.5% |
Dit wijst op een snelle omschakeling van waterkracht naar gaswinning en een verdubbeling van de windcapaciteit.
Dit kluwen van bronnen stelt mij verder voor enkele problemen.
Ten eerste is er de tegenstrijd tussen het verslag van Greenpeace en de gegevens op de factuur, over de geleverde elektriciteit.
Ten tweede is er het vraagstuk hoe Nuon zelfs de geclaimde hernieuwbare energie kan leveren als ze ze zelf niet produceren. Dat kan alleen als Nuon die koopt bij andere producenten, maar wie zijn dat dan? Daarvoor zouden we inzage moeten hebben in de contracten die Nuon heeft afgesloten. Het is weinig waarschijnlijk dat het wind- zonne- of biomassa-energie betrekt bij leveranciers die zich daarop profileren, zoals Ecopower. Warschijnlijker lijkt mij dat Nuon betrekt bij producenten die geen leverancier zijn, zoals Electrawinds.
Maar zelfs als we de totale productiecapaciteit van Belgische producenten van wind- zonne- of biomassa-energie in aanmerking nemen, dan kan Nuon nog niet voldoen aan de totale vraag. Dat betekent dat er in het buitenland gewinkeld wordt. En dan komen we aan bij het heikele punt van de handel in groene stroometiketten.
De Tweede Kamer besprak naar aanleiding van een artikel in de Telegraaf dinsdag de handel in groene stroomcertificaten. Wat is het probleem? Groene stroom in Nederland is lang niet altijd echt groene stroom. Nederlandse energiebedrijven hebben niet genoeg windmolens en andere duurzame energiebronnen om aan deze vraag te voldoen. Slechts 2,7 procent van de in Nederland opgewekte elektriciteit is afkomstig van duurzame bronnen. Er worden nu slechts mondjesmaat nieuwe windparken of zonnecentrales bijgebouwd. De vraag van consumenten is veel groter, daarom kopen energiebedrijven groene stroomcertificaten in van andere bedrijven om aan de vraag naar groene stroom te voorzien. Ze kopen bijvoorbeeld van eigenaren van waterkrachtcentrales uit Scandinavië of windmolens in Duitsland. De stroom wordt dan niet echt naar Nederland getransporteerd. Buitenlandse energieproducenten geven enkel een certificaat af waarmee kan worden aangetoond dat ergens anders in Europa daadwerkelijk groene stroom is opgewekt.
(...)
De certificaten voor groene stroom zijn vaak afkomstig van bestaande waterkrachtcentrales. Consumenten die kiezen voor groene stroom dragen dus niet of nauwelijks bij aan meer duurzame energie. Er is bovendien vaak sprake van dubbeltelling. Het groencertificaat wordt in Nederland verkocht als groene stroom terwijl het in het land waar de stroom wordt opgewekt ook nog vaak gewoon meetelt als groene stroom.
Er is dus een wezenlijk verschil tussen "groene stroom" van een leverancier die met een hybride herkomstmodel werkt, zoals Nuon, en die van een leverancier die ze rechtstreeks produceert. Voor een deel is dergelijke stroom afkomstig van eigen productie, die daadwerkelijk vanuit het buitenland aan ons hoogspanningsnet wordt toegevoegd. Voor een ander deel echter is het herkomstbewijs een boekhoudkundige operatie.
Thursday, January 7, 2010
Nuon (1) - contracten
Bedrijf
N.V. Nuon Energy is een Nederlands nutsbedrijf. Het is actief in Nederland, België en Duitsland en heeft meer dan 2,7 miljoen klanten. Nuon heeft ongeveer 5.000 medewerkers in dienst.
De belangrijkste aandeelhouder van Nuon is het Zweedse energiebedrijf Vattenfall (49%), de andere aandelen zijn verdeeld over enkele Nederlandse provincies, bedrijven en tal van participerende gemeenten. Vattenfall werkt momenteel aan een volledige overname.
Contracten
Nuon biedt vier soorten elektriciteitscontracten: Budget, Nature, Comfort en Flex.
Een tariefopvraging op 7/1/2010 levert voor Gent volgende tarieven op voor een tweevoudige meter, dus met dag- en nachttarieven. Enkelvoudige metertarieven en zuivere nachttarieven zijn navenant.
Flex hanteert een variabele prijsberekening, waarbij de tarieven de marktprijs volgen. Het contract is voor een jaar en wordt bij stilzwijgen hernieuwd. Nuon claimt "tot 60% groene stroom" (zie verder) voor deze formule. Er is een jaarlijkse vergoeding van 75 euro.
Flex vraagt (op deze datum) 10,98 cent/kWh voor dagverbruik en 6,33 voor nachtverbruik.
De andere drie contracten hanteren een vaste prijs.
Budget mikt op goedkoop en kan aangegaan worden voor 1 jaar of 3 jaar. Er is geen jaarlijkse vergoeding.
Budget 1 vraagt 10,73 cent/kWh dag en 6,73 nacht.
Budget 3 vraagt 12,02 cent/kWh dag en 7,62 nacht.
Nature mikt op de liefhebbers van "groene stroom" en poneert 100% herkomst van "groene" aard. Nuon geeft aan dat die stroom afkomstig is van waterkracht, zon en wind.
Nature kan enkel worden aangegaan voor 1 jaar. Er is een jaarlijkse vergoeding van 100€.
Nature vraagt 19,33 cent/kWh dag en 12,75 nacht.
Comfort is een hybride formule. De prijs ligt dicht bij de budgetprijs, terwijl Nuon "tot 60% groene stroom" garandeert. Nu zegt "tot 60%" alleen dat je maximaal 60% stroom van "groene" herkomst krijgt, maar niets over het minimum. Er is een jaarlijkse vergoeding van 60€.
Comfort 1 vraagt 10,62 cent/kWh dag en 6,73 nacht.
Comfort 3 vraagt 10,66 cent/kWh dag en 7,00 nacht.
Alles in een tabelletje gegoten, geeft dat:
Contract | Termijn (j) | vast/variabel | jaarlijkse vergoeding (€) | dagtarief (cent/kWh) | nachttarief (cent/kWh) | groene stroom (%) |
Budget 1 | 1 | vast | 0 | 10,73 | 6,73 | 0 |
Budget 3 | 3 | vast | 0 | 12,02 | 7,62 | 0 |
Nature | 1 | vast | 100 | 19,33 | 12,75 | 100 |
Comfort 1 | 1 | vast | 60 | 10,62 | 6,73 | <60 |
Comfort 3 | 3 | vast | 60 | 10,99 | 7 | <60 |
Flex | 1 | variabel | 100 | 19,33 | 12,75 | <60 |
Labels:
België,
Contract,
Elektriciteit,
Herkomst,
Nuon
Wednesday, January 6, 2010
De elektriciteitsmarkt in België
Bij het begin van het nieuwe jaar kreeg ik van Nuon de wijziging van mijn maandelijks voorschot voor de elektriciteitsrekening opgestuurd. Tot nu toe betaalde ik 64 euro per maand, vanaf nu 73. Dat lijkt me normaal: we wonen in een groot huis met vier mensen. Daarvoor gold de rekening voor mij alleen. Ik mag zelfs verwachten dat het voorschot nog zal stijgen, aangezien we in mei gaan samenwonen zijn. Maar 80 euro per maand voor elektriciteit alleen, is dat niet heel erg veel? Het uitgelezen moment om de elektriciteitsmarkt in België eens onder de loupe te nemen.
Elektriciteit bereikt huizen en andere faciliteiten via een netwerk. Er is een hoogspanningsnetwerk, dat loopt van de centrales naar grote transformatoren, waar de hoogspanning wordt omgezet in midden- of
laagspanning. Ik doe hier verder het begrip elektriciteit en omzetting van spanning niet uit de doeken. Van belang is te weten dat verschillende bedrijven en instanties instaan voor het opwekken van elektriciteit, de levering van elektriciteit en het beheer van de netwerken. Verder hebben we op federaal niveau zowel als gewestelijk niveau een regulator, die de markt van leveringen in de gaten houdt.
Het hoogspanningsnet wordt in België beheerd door Elia. Het laagspanningsnet wordt beheerd door de diverse gemeentelijke of intercommunale maatschappijen. In Gent is dat Imewo. Het netbeheer is gescheiden van de levering om een vrije markt van leveranciers te bewerkstelligen. Mocht één leverancier ook het net beheren, zoals vroeger het geval was met Electrabel, dan zou die controle kunnen uitoefenen op de mogelijkheid en de efficiëntie van levering door andere partijen.
De regulator in Vlaanderen is de VREG. Op hun website kan je via een simulatie een vergelijking maken van je factuur met andere leveranciers. Dat levert me meteen een mooi overzicht op van de mogelijke leveranciers in Vlaanderen en meer bepaald Gent. In alfabetische volgorde:
- Belpower - een onderdeel van de groep Reibel
- EBEM - gegroeid uit de energievoorziening van de gemeente Merksplas, gespecialiseerd in verbranding door biomassa
- Ecopower - een coöperatieve die inzet op "hernieuwbare energie"
- Electrabel - de vertrouwde leverancier
- Essent - een Nederlandse producent
- Lampiris - een Luikse maatschappij die zich profileert als doorverkoper van "groene stroom"
- Luminus - een merknaam van het concern SPE
- Nuon - een Nederlandse producent, grotendeels in handen van het Zweedse Vatenfall
- Wase Wind - produceert elektriciteit uit wind, in het Waasland
In de praktijk blijkt dat de markt nagenoeg volledig in handen is van Electrabel (90%) en Luminus (10%). De percentages zijn schattingen die het midden houden tussen diverse bronnen. Mijn leverancier, Nuon, blijkt dus haast niet tot onze markt doorgedrongen te zijn.
Er zijn nog andere leveranciers, zoals EDF, die enkel aan KMO's en grote bedrijven leveren (naar eigen zeggen goed voor 2% - of dit de totale markt is of enkel de niet-particuliere, weet ik niet).
De meeste van die leveranciers bezitten zelf centrales waar ze elektriciteit opwekken. Pro rata van hun klanten leveren die bedrijven elektriciteit aan ons hoogspanningsnetwerk, waarna de klanten hun aandeel, na transformatie naar laagspanning, aftappen. Zoals we allemaal weten, betalen we een voorschot op basis van een geschat verbruik. We tappen zoveel af als ons contract toelaat, waarna ons voorschot voor het vervolg herberekend wordt.
Naast deze gebruikelijke manier om elektriciteit te leveren, bestaan er nog zelfproducenten. Dat zijn grote bedrijven, meestal uit de metallurgie of (petro-)chemie, die zelf elektriciteit opwekken voor eigen gebruik, op een eigen netwerk. Verder is er ook nog een kleine toevoer aan het hoofdnetwerk, door bedrijven die elektriciteit opwekken als neveneffect van hun activiteit, zoals verbrandingsovens. Beide aspecten neem ik verder niet mee in dit artikel.
Sinds 2005 moeten leveranciers een stroometiket afleveren, dat de herkomst van hun levering aangeeft, met andere woorden, hoe zij of de partners bij wie ze zelf kopen, hun elektriciteit produceren. Bijna alle producenten zetten hun "groene" productie stevig in de verf. Sommige leveren zelfs uitsluitend windenergie, zoals Wase Wind. EBEM benadrukt zijn onafhankelijkheid van Electrabel en SPE. Dat betekent vermoedelijk dat ze claimen dat andere leveranciers eigenlijk door Electrabel geproduceerde stroom doorverkopen. Hoe die relatieve afhankelijkheid in elkaar zit, hoe het stroometiket er uit ziet en eventueel ook ervaringen van klanten met de betrouwbaarheid van de leverancier, dat wil ik hier uitvissen. Een artikel per leverancier lijkt geen overbodige luxe. En we beginnen, morgen, met Nuon.
Update 7/1/2010: op de site van Elia vond ik een lijst met alle houders van vergunningen om in het Vlaamse Gewest elektriciteit te leveren.
Tuesday, January 5, 2010
Jemen - een oorlog om olie?
Artsen zonder grenzen zette in 2009 de burgeroorlog in Jemen in haar top 10 van humanitaire crises. De aandacht voor dit conflict in onze contreien was lange tijd niet bijster groot. Rond Kerstmis was er het incident op de Airbus 330 boven Detroit, waar Abdulmutallab, een Nigeriaanse man met half Jemenietische afkomst een springlading probeerde te ontsteken, maar daarin werd verhinderd door onder meer de Nederlander Jasper Schuringa. Abdulmutallab bleek kort voordien in Jemen te zijn geweest, volgens persberichten van de inlichtingendiensten.
Prompt steeg de internationale persaandacht voor Jemen. Het wordt naast Somalië en het onvermijdelijke Afghanistan gezien als de voornaamste uitvalsbasis van Al Qaeda. Over de inmenging van de VS bestaat discussie. Eén denkpiste is dat de aanslag door Abdulmutallab een vergelding is voor Amerikaanse luchtaanvallen op de provincie Sa'dah op 14 december. Een andere luidt dat door de toegenomen onrust Al Qaeda vrijer spel heeft in Jemen en dat de aanslag los staat van de burgeroorlog aldaar. Een derde dat de VS het incident heeft
aangegrepen, of zelfs gecreëerd, om zich een morele vrijgeleide te verschaffen in Jemen, in naam van de "war on terror", met olie als echte reden.
In dit artikel onderzoek ik de mogelijke rol van olie en andere energiebronnen in dit conflict. Voor politiek-historische duiding van het conflict verwijs ik naar een wikipedia-artikel. Voor een actuele blik op de kwestie verwijs ik naar de Waq al-Waq blog.
Samengevat is het huidige conflict essentieel een poging van de Sjiïetische Zaydi-clan de macht in de Sa'dah-provincie (zie kaart) te heroveren op de uit Saoedi-Arabië afkomstige, Soennietische Wahabieten. Die laatste verkregen hun invloed nadat zij het Soennietische Zuiden hadden geholpen in de onafhankelijkheidsstrijd tegen het Britse rijk. Het conflict tussen Sjiïeten en Soennieten staat los van de burgeroorlogen die ontstonden na de samenvloeiing van Noord- en Zuid-Jemen, waarbij vooral het Zuiden zich opnieuw wilde afscheiden van het regime in Sana'a. Het conflict verkreeg internationale allure doordat Iran steun ging verlenen aan de religieus verwante Zaydi, terwijl Saoedi-Arabië het aan haar religieus verwante regime steunde. Iran ontkent overigens formeel betrokkenheid.
Over de geologische samenstelling en de beschrijving van een "total petroleum system" ben ik gestoten op het USGS bulletin 2202-G over Jemen, dat kadert in een globale analyse van bestaande en potentiële energiebronnen door de USGS, uitgevoerd in 2000.
In Yemen zijn er drie petroleum- en gasbekkens, Marib Al-Jaw, Shabwah en Masila-Jeza, respectievelijk gecatalogeerd als "geologische provincies" 2004, 2006 en 2009.
Die getallen hebben overigens niets te maken met jaartallen. In de eerste twee, met het Alif-veld in 2004 als grootste veld, wordt sinds 1984 olie
geëxploiteerd door een joint venture van Exxon Yemen met de originele exploitant YHOC, die zelf een partnership was van de pionier Hunt en een Koreaanse maatschappij. Bekken 2009 is in handen van een consortium dat onder leiding staat van Canadian Oxy. In Aden en Mukalla bevinden zich de belangrijkste raffinaderijen. Zij zijn in staatshanden. In 2007 bedroeg de totale olieproductie 361 000 vaten per dag (bron), wat neerkomt op 18 miljoen ton per jaar. De
olieproductie van Jemen zou dus in staat zijn ongeveer een kwart van de Belgische energieconsumptie te dragen (zie de inleiding).
Jemen is wereldwijd de 34ste producent. Leider Saoedi-Arabië produceert 300 keer zoveel.
De kaart hieronder toont twee oliepijplijnen (groen). De ene loopt van bekken 2004 naar de Rode Zee, de andere van bekken 2006 naar de zuidkust van Jemen.
Het aardgas in Jemen wordt sinds 2008 geëxploiteerd door Yemen LNG dat voor 40% in handen is van Total, voor 17 % van de staat, nog eens 17% van Hunt en voor 20% van diverse Koreaanse bedrijven. Het gas wordt gedurende meerdere jaren exclusief geleverd aan Zuid-Korea, maar ook Suez en Total delen in de levering op lange termijn (bron). Een eerste levering vond plaats in november 2009 en een tweede productielijn is gepland voor 2010. Het plan is om jaarlijks 6,7 miljoen ton te produceren, wat equivalent is met 8 miljoen ton olie. De rode stippellijn toont de gaspijpleiding door Jemen. De aardgasproductie, met een geschatte reserve tussen 9 (WP) en 17 (USGS) biljoen m³, moet de teruglopende inkomsten uit olie compenseren.
Wie de kaart van het Midden-Oosten en Oost-Afrika bekijkt, kan niet anders dan de nauwe zeestraat van Mandab opmerken, slechts 30 km breed. Het vormt een vitale verbinding van de Indische oceaan naar de Middellandse Zee, via de Rode Zee en het Suez-kanaal. In 2006 passeerden naar schatting 3.3 miljoen vaten olie per dag door de straat, op een totaal van 43 miljoen per dag wereldwijd (bron). Aan de overkant van de engte bevindt zich de - naar Afrikaanse normen - dwergstaat Djibouti. In Djibouti ligt Camp Lemonnier, een voormalig legerkamp van het Franse Vreemdelingenlegioen, dat nu door Djibouti wordt geleased aan de Amerikaanse troepen USAFRICOM, in het kader van Operation Enduring Freedom.
Conclusie
De oliewinning van het land is relatief gering, en loopt nog terug. De gaswinning daarentegen komt tot bloei. De drie pijplijnen die door Jemen lopen, transporteren louter productie van het land zelf. Dat betekent dat het strategisch belang van Jemen niet groter is dan de mate waarin het zelf produceert. Het militair conflict in Yemen situeert zich in het uiterste noordwesten, in de provincie Sa'dah. Die provincie is zo'n 300 km verwijderd van het dichtste bekken, 2004. De pijplijnen lopen daar zuidwaarts vandaan, ofwel westwaarts, onder de hoofdstad Sana'a door. De controle over de straat van Mandab heeft men vanaf het zuidelijkste punt en moet ook nog opboksen tegen de Amerikaanse troepen in Djibouti.
Zolang de rebellie dus niet uitbreidt buiten de provincie en het regime in Sana'a niet in het hart wordt bedreigd, of de oude secessie-beweging in het zuiden niet terug tot leven komt, heeft de burgeroorlog in Jemen schijnbaar weinig impact op de energielevering van en via dat land. Verwerving of vrijwaring van energie als motief voor buitenlandse inmenging is onder die veronderstellingen weinig plausibel. Bovendien zouden we vooral Franse of Koreaanse militaire activiteit verwachten, gezien hun gasbelangen. Indien echter Iran de rebellie zou drijven tot een expansieve burgeroorlog, of de Zaydi zich zouden alliëren met de voormalige zuidelijke afscheidingsbeweging, dan verkrijgt het conflict een schaal waarop de export van energie in gevaar kan komen.
Monday, January 4, 2010
Schalie voor Total
De Franse olieproducent Total zal 2,25 miljard dollar betalen voor een aandeel van 25 procent in het Texaanse schalie-gasveld Barnett Shale. Bron: De Standaard en FinChannel.
Schalie is een andere benaming voor kleisteen, een platig gesteente, ontstaan door eeuwenlange samendrukking van klei en verwant met leisteen (dat uit schalie kan ontstaan).
Het bevat net als leisteen oliën, maar bovendien gassen, die tussen de platen zitten, in poriën of in de organische bestanddelen zelf. Wanneer het gesteente wordt gescheiden komen de gassen vrij. Lange tijd was schaliegaswinning niet rendabel, omdat het gesteente moeilijk scheidbaar is. Recente ontwikkelingen in de "hydraulische breking" én de stijging van de gasprijs, hebben de rentabiliteit verhoogd.
De VS hebben een rijke geschiedenis in schaliegaswinning, eerst van 1821 tot 1859, waarna het werd overschaduwd door aardgas, en nu sinds 1996 een snel stijgende ontginning, waarvan de Barnett Shale de helft voor zijn rekening neemt en goed is voor 6% van de totale gaswinning van de VS.
In Europa staat schaliegaswinning nog in de kinderschoenen. Duitsland, Polen, Hongarije, Zweden en Engeland hebben gekende schalievelden. ExxonMobil (x2), ConocoPhillips, Shell en Eurenergy zijn er de concessiehouders. Potentiële velden bevinden zich onder meer in het Nederlandse Twente en in onze Ardennen, aaneensluitend met de
Franse Ardennen.
Schaliegaswinning moet enerzijds een oplossing bieden voor wijkende energievoorraden, maar ook en vooral de afhankelijkheid van andere landen reduceren.
In 2006 was de herkomst van het aardgas in België als volgt: 17% gas uit Algerije, 34% uit Noorwegen, 35% uit Nederland en 14% aangekocht op de kortetermijnmarkt van Zeebrugge. Bron: distrigas. Volgens EDF, dat zijn gas via Zeebrugge laat komen, zijn haar leveranciers Noorwegen en Qatar. Het aandeel van Russisch gas stijgt echter elk jaar, met een verwacht aandeel van 16% in 2020, indien België de trend van andere Europese landen volgt. Over de hiernaast afgebeelde "Huberator", de korte termijnmarkt van Zeebrugge, schrijf ik later nog een bijdrage.
Gazprom, dé Russische aardgasleverancier, en het grootste aardgasbedrijf ter wereld, houdt de schaliegaswinning in de gaten. Het Engelstalige Wikipedia-artikel over schaliegas spreekt over een mogelijke overname van een Amerikaans bedrijf door Gazprom, om de technologie over te brengen naar mogelijke winning in Rusland, maar daarvan vond ik geen bevestiging. Mijn korte zoektocht leverde enkel artikels op waarin Gazprom schaliegas weglacht als alternatief voor hun conventioneel product.
Tot zover schalie ... Wat leren we verder over Total? Het is een van de zes "supermajors" in de wereld, naas Shell, ExxonMobil (bij ons bekend voor Esso), BP (Aral), Conoco Phillips (Jet) en Chevron (Texaco).
De supermajors zijn privé-bedrijven en leven naast staatsenergiebedrijven, waarvan de grootste bekend staan als de "(new) Seven Sisters": Saudi Aramco (Saoedi-Arabië), JSC Gazprom (Rusland), CNPC (China), NIOC (Iran), PDVSA (Venezuela), Petrobras (Brazilië) en Petronas (Maleisië).
Ik kies hier verder voor een verwijzing naar het Franse Wikipedia-artikel voor wie meer wil te weten komen over Total.
In de persvoorstelling van de joint venture tussen Total en Chesapeake noemt Total-baas Christophe de Margerie als belangrijkste troeven de voorraden zelf, de uitgebouwde expertise (waarmee men misschien Europese velden kan ontginnen) maar ook de verbreding van het distributienetwerk, van leverancier tot eindgebruiker, wat voor aardgas moeilijker te verwezenlijken is dan voor olie. Voor olie heb je immers schepen, een haven, trucks en een station nodig, wat "slechts" modules zijn. Gas echter loopt via leidingen, die duur en moeilijk te leggen zijn, en waarvoor je meestal langs een lokale (staats-)maatschappij moet passeren.
Tot slot spreekt de Margerie ook zijn vertrouwen uit in de impact van de ontginning. Er heerst onrust in de zone rond Barnett, over schade aan huizen en infrastructuur, over de vervuiling van het water door de chemische bestanddelen van hydraulische breking maar ook over niet nagekomen beloften van concessiehouders aan originele landeigenaars. Met de financiële injectie van een groot privé-bedrijf zullen, ook om marketing-redenen, schadeloosstellingen voortaan misschien vlotter verlopen.
Inleiding
Met deze blog wil ik inzicht verwerven in de globale ontwikkelingen in het verbruik en de productie van energie, en de maatschappelijke en politieke impact daarvan. Ik schrijf met opzet "verwerven" en niet "verschaffen", omdat ik dit inzicht aan het begin van deze queeste niet heb en ik dus ook niet de pretentie heb anderen meteen van dienst te zijn. Toch zou het kunnen dat men mij op mijn tocht wil vergezellen en meegenieten van mijn inspanningen. Misschien groeit deze blog mettertijd uit tot een inzichtelijk houvast voor wie wil weten hoe het nu eigenlijk zit met de energie in de wereld. Metgezellen die verbeteringen kunnen aanbrengen zijn vanzelfsprekend uiterst welkom.
Dit is een blog en geen encyclopedie. Ik zal dus de actualiteit volgen en voor elke gebeurtenis relevante achtergrondinformatie verwerven en publiceren. Ik wil ook benadrukken dat dit een volstrekt apolitieke blog is, in de zin dat de gepubliceerde bevindingen en redeneringen niet zullen dienen om bestaande politieke standpunten a priori te dienen. Het is niet omdat hier over windenergie wordt gesproken, dat dit een groene blog is. Als ik een artikel publiceer dat "hernieuwbare" energie nuanceert, betekent dat zeker niet dat dit een anti-groene blog zou zijn. Anderzijds is dit geen wetenschappelijke, maar wel een maatschappelijke blog: waar ik besluiten trek voor de maatschappelijke organisatie uit feitelijke beschouwingen en logische redeneringen, is dat in wezen "politiek". Ik wil alvast de apolitieke instap sterken door zo veel mogelijk waardeoordelen als "hernieuwbaar" of "milieuvriendelijk" te vervangen door feitelijke benamingen als "windenergie".
Ik heb een referentiepunt nodig en heb daarvoor de door Wikipedia gelinkte site van British Petroleum gekozen, met hun uiterst interessante statistieken over wereldwijd energieverbruik en -productie.
De site biedt een scala aan interessante rapporten (zie "reports and publications"). We lezen er onder meer dat in België de verdeling van energieconsumptie in 2008 als volgt is:
(in MTOE, het equivalent van 1 miljoen ton olie:)
Olie 41,3
GAS 15,3
Steenkool 4,6
Kern 10,4
Waterkracht 0,1
Andere energiebronnen, ook "hernieuwbare" energie genoemd, zijn wind, zon, aardwarmte en uit gewassen gehaalde ethanol (biobrandstof).
België heeft momenteel een windcapaciteit, ofte vermogen, van 365 MegaWatt. Energie is vermogen dat gedurende een bepaalde tijdspanne is aangewend, vandaar dat het dikwijls wordt uitgedrukt in
KiloWattUur, in plaats van de standaardeenheid Joule. Het rapport vertelt ons niet hoeveel energie werkelijk uit de windcapaciteit is gehaald. Daartoe moeten we een veronderstelling maken over de efficiëntie van productie. BP spreekt over ongeveer 25%. Nederland haalde over 2007 wel 37%. Hiermee maak ik volgende berekening.
365 MW x 365 dagen x 24h x 360 000 000 J/MW
x 0,25 productiefactor x 1/(4,1868 x 10^16) MTOE/J
= 0,068 MTOE
Dit betekent, om een idee te geven, dat we, om ons totale energieverbruik door windenergie op te vangen, onze windcapaciteit moeten verduizendvoudigen. Weetje: de productie van een windmolen vergt zelf een 6 maanden draaiende windmolen.
De Belgische capaciteit voor zonne-energie bedraagt, volgens dit Wikipedia-artikel 71 MW voor fotovoltaïsche winning (met 5% capaciteitsbenutting, eigen schatting) en 10 MW (met 50% benutting, eigen schatting) voor stoomgeneratoren op zonnewarmte. Die 81 MW met hun respectieve efficiënties is dan goed voor respectievelijk 0,002 MTOE en 0,003 MTOE. Weetje: om de totale Europese Gemeenschap in haar energienoden te voldoen, zou heel Portugal met zonnepanelen moeten worden bedekt. Bron: energieportaal.
België heeft geen noemenswaardige vulkanische bronnen en wint geen geothermische energie. Weetje: de 2de producent, na de VS, zijn de Filipijnen. Net als IJsland, Kenya, Costa Rica en El Salvador, haalt dat land meer dan 15% van zijn energie uit aardwarmte.
België produceert momenteel ook geen ethanol. Het verbruik van biobrandstof blijft beperkt tot 1 miljoen KWh Biodiesel, ofte 0,085 MTOE. Weetje: in Brazilië wordt 50% van het wegverkeer van brandstof voorzien door in Brazilië gekweekte gewassen. Bron.
Dit was een voor mij interessante eerste ronde. Ik heb een referentiekader kunnen scheppen, met websites die ik terzake kan raadplegen, en een specifieke blik op België gericht.
Alle commentaar is welkom.
Subscribe to:
Posts (Atom)